Als uw vordering, na de buitengerechtelijke sommatie door de gerechtsdeurwaarder, nog niet voldaan is, dan is het mogelijk de vordering voor te leggen aan een rechterlijke instantie om daarmee een vonnis te verkrijgen. Bij een vordering van minder dan
€ 25.000,- , een arbeids- huur- of pachtzaak, zal uw zaak moeten worden voorgelegd bij de kamer voor kantonzaken van de betreffende rechtbank. Is uw vordering meer dan € 25.000,- , dan zal de zaak aanhangig gemaakt moeten worden bij de rechtbank.
De procedure begint met het uitbrengen van een dagvaarding door de gerechtsdeurwaarder. In de dagvaarding staat omschreven wie de partijen zijn, wat de schuldeiser te vorderen heeft en op grond waarvan. Indien er al verweer gevoerd is door de schuldenaar, zal dit ook in de dagvaarding opgenomen worden. Het is daarom absoluut noodzakelijk dat de gerechtsdeurwaarder vroegtijdig in het bezit is van alle stukken van de zaak.
Nadat de dagvaarding door de schuldenaar ontvangen is, kan de procedure verschillende wendingen krijgen:
- De schuldenaar verschijnt niet op de zitting (er wordt geen verweer gevoerd)
De eerste zittingsdag dient de schuldenaar te verschijnen bij het gerecht. U hoeft daarbij niet aanwezig te zijn. Indien de schuldenaar niet binnen 14 dagen na de eerste zittingsdag verschijnt of reageert, dan zal deze wegens verstek worden veroordeeld en zal tevens een datum voor vonnis worden bepaald. Dit zogenaamde 'verstekvonnis' komt meestal overeen met wat in de dagvaarding is gevorderd.
- De schuldenaar verschijnt wel op de zitting (er wordt verweer gevoerd)
Laat de schuldenaar zich echter vertegenwoordigen door een gemachtigde of advocaat, dan kan deze op de zittingsdatum door middel van een conclusie van antwoord inhoudelijk reageren op datgene wat in de dagvaarding is gevorderd. Het is gebruikelijk dat de gemachtigde om een aanhouding van de zaak verzoekt. Deze zal veelal worden toegewezen, zodat de zaak 4 weken wordt uitgesteld. Uitstel na deze periode is dan alleen bij hoge uitzondering mogelijk. Het is wellicht mogelijk, doordat er over en weer door de partijen nog stukken mogen worden ingediend door middel van een conclusie van repliek en dupliek.
Na het indienen van de conclusie van dupliek zal de rechter over het algemeen een eindvonnis wijzen. In sommige gevallen is het mogelijk dat de rechter een tussenvonnis wijst. In een tussenvonnis kan de rechter bepalen dat er een comparitie van partijen, of een getuigenverhoor, zal plaatsvinden. Een comparitie van partijen kan in sommige situaties ook na de conclusie van antwoord worden bepaald. De bedoeling van een comparitie van partijen is om nadere inlichtingen te verschaffen aan de rechter en een eventuele schikking tot stand te brengen. Tijdens de comparitie van partijen dienen alle partijen en hun gemachtigden aanwezig te zijn in de rechtszaal. Indien een schikking tot stand komt, dient u zich er wel van bewust te zijn dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Een eindvonnis komt pas tot stand indien partijen niet tot een schikking kunnen komen.
Zodra de rechter het eindvonnis heeft gewezen, breekt de executiefase aan. In deze fase zal het vonnis worden uitgebracht aan de wederpartij, waarna eventueel de reeds gelegde conservatoire beslagen kunnen worden uitgewonnen. Tevens kan met behulp van executoriale beslagen worden geprobeerd de wederpartij tot betaling te dwingen en de vordering te verhalen.